Hoorbaar Geloof
Hoorbaar Geloof
Growing Young: Wat is Growing Young?
/

Jolanda Maaskant vertelt over de 6 principes van het Amerikaanse Growing Young onderzoek. Hoe kerken jong kunnen blijven en een plek kunnen zijn waar ieder zich thuisvoelt.

I: Dit is hoorbaar geloof, de podcast van de gereformeerde kerk in Sliedrecht, ik ben Job van Achterberg en vandaag is mijn gast Jolanda Maaskant, zij is een van de personen die Growing Young onder de aandacht heeft gebracht in onze gemeente. Welkom Jolanda.

R: Dank je wel.

I: Kun je me vertellen wat is Growing Young?

R: Ja, vind ik heel leuk om te vertellen. Ik vind het ook heel leuk dat je me hebt uitgenodigd voor deze podcast want ik ben er best wel enthousiast over. Growing Young is eigenlijk allereerst een onderzoek. Het is de titel van een onderzoek in Amerika, in de Verenigde Staten, daar is een groep theologen bezig geweest, best wel lang, een aantal jaren lang met een onderzoek onder allerlei kerkelijke gemeentes, normale kerkelijke gemeentes. Dus niet de hele zware of de hele speciale en ook niet de grote televisie dominee kerken, maar zeg maar de hele gewone kerkgemeenschappen zoals die van ons zeg maar. Ze hebben een onderzoek gedaan onder die kerkgemeenschappen omdat ze de vraag hadden waarom vergrijst de ene kerk en bloedt het een beetje dood allemaal en is er geen jeugd meer, en verdwijnen ze op een gegeven moment ook die kerken, terwijl andere kerken, die vanuit dezelfde principes kerk zijn en in dezelfde soort van steden of wijken terwijl die andere kerk soms juist groeien en bloeien en van betekenis zijn in hun omgeving en waar ook gewoon jonge mensen zijn die daar ook gewoon actief zijn in de kerk. En dat is eigenlijk wel heel raar, hoe komt dat nou toch dat de ene kerk groeit en bloeit en de andere, vergelijkbare kerk, vergrijst en inslaapt. En dat zijn ze gaan onderzoeken. Maar dat is natuurlijk super interessant, want in onze eigen kerk, hier in Sliedrecht, gereformeerde kerk, zie je toch ook wel die vergrijzing optreden. En ik dacht weleens ja is dat dan erg als wij over een tijdje niet meer bestaan is dat dan erg, wie mist ons.

I: Ja.

R: Maar toch had ik het gevoel van ja een kerk is toch wel een heel mooi, een mooie gemeenschap die mooie dingen kan doen en het zou toch ook wel weer jammer zijn. Dus ik dacht misschien kunnen wij met die principes van Growing Young, met de uitkomsten van het onderzoek, misschien kunnen wij daar wel heel van leren.

I: Want hoe kwam Growing Young op jouw pad terecht?

R: Ik ging in het najaar van 2019 ging ik met een paar mensen uit onze gemeente die in het jeugdwerk ook werkzaam zijn, ik ben zelf […] ik geef zelf catechese en dan zoek je naar inspiratie en toen was er een avond van de organisatie JOP, met een -p, geen Job zoals jij, maar JOP met een p dat is de afkorting van jong protestant, en dat is de jongerenorganisatie van de PKN en die hadden een inspiratieavond georganiseerd in Gorinchem met allerlei workshops en thema’s en Growing Young was een van die thema’s. Dus ik las daar wat over en toen dacht ik nou daar wil ik echt meer van weten. En ik was daar met een paar andere mensen die gingen naar andere workshops op diezelfde avond. En we kwamen terug en terug in de auto zei ik van nou ik heb nu dingen gehoord ja daar wil ik echt meer van weten, ik ga dat boek lezen, daar moet ik echt iets mee. Daar moet ik me beter nog verder in gaan verdiepen.

I: Ja, weet je nog wat je zo aansprak?

R: Nou, wat me heel erg gelijk aansprak, was de urgentie in het verhaal. Dat ik dacht ja in Amerika, in de Verenigde Staten, gebeuren dus dezelfde dingen als hier. Zijn mensen op zoek naar hoe houden we onze kerk levend, hoe houden we onze kerk jong. Dat is daar maar dat is hier precies hetzelfde. Dat is misschien overal wel zo, dat is universeel denk ik. Althans in de Westerse wereld.

I: Ja.

R: En ik dacht ja zij hebben gewoon dingen uit het onderzoek gehaald, waarvan ik dacht nou misschien kunnen we daar wat mee, misschien is er nog wel iets te redden. Zoiets had ik echt toen ik terug kwam daarvandaan.

I: Ja, want is er nog iets te redden, dat klinkt best wel zwaar.

R: Ja, zo voelde ik het ook echt. Ik zag de kerk om me heen en toen ik zelf jong was, ik ben ook opgegroeid in een gereformeerde kerk, niet hier in Sliedrecht, maar in Dordrecht. Best wel vergelijkbaar, misschien ietsje hipper in die tijd dan hier, maar toch. Ik was als jong meisje vond ik de kerk ouderwets en dacht ik ik zou het liever anders zien. Ik vond de kerkdiensten saai en ik voelde me ook […] ik had ook altijd het gevoel dat het niet helemaal iets van ons was, van ons jongeren, het was meer iets van onze ouders en onze oma’s en opa’s. En het bizarre is eigenlijk dat naarmate ik zelf ouder werd dat alles in de kerk best wel veel hetzelfde kreeg. Dus toen kreeg ik zelf kinderen en toen dacht ik ja dit wordt natuurlijk, dit staat geen verder weg staan van de belevingswereld van jonge mensen. Dus als ik al de kerk een beetje suf vind, om het zomaar eens te zeggen, en daar geen inspiratie meer uit haal voor mijn geloof, hoe moet dat dan met mijn kinderen. En dat houdt een keer op denk ik. En ik vind het ontzettend jammer.

I: En je zegt datzelfde laten we zeggen sentiment dat zag je terug in die studie van Growing Young.

R: Ja, die mensen, die theologen, of de studenten die dat hadden onderzocht die zaten met diezelfde vragen, met diezelfde urgentie van als er nog iets te redden is, dan moeten we goed gaan kijken naar de gemeentes waar het goed gaat. Want wat doen die dan wat anderen niet doen. Je kunt achter een bureau natuurlijk theorieën verzinnen, maar veel leuker is het, en dat geldt voor heleboel dingen, ik werk zelf in het onderwijs en dan vind ik het ook gaaf als mensen gewoon gaan onderzoeken waarom doen ze het op bepaalde scholen, en daar zijn ze in de Verenigde Staten heel goed in in dat soort onderzoeken, waarom doen ze het op bepaalde scholen heel erg goed, terwijl vergelijkbare scholen is het gewoon een drama. Je kunt juist zo goed leren van good practices. En dat hebben ze hier ook gedaan in dit onderzoek. Dat zijn hele relevante onderzoeken.

I: Kun je er iets over vertellen de conclusies die zij trokken of in ieder geval de dingen die ze identificeerden?

R: Ja, nou ze zijn […] ik heb het hele boek gelezen en daar kan ik uren over vertellen, maar dat kan natuurlijk nu niet. Dus ze hebben het samengevat in zes principes. En het lijkt me wel leuk als ik met jou die zes principes mag doornemen.

I: Zes principes. Nou, dat zijn er niet zoveel dus dat moet kunnen.

R: Nee, he, dus het is ook best overzichtelijk. Zes principes die die gemeentes dus allemaal hebben die wel groeien en bloeien en waar jonge mensen zich wel thuis voelen. En dan valt het ook eigenlijk nog wel mee als je ziet wat het is. Dan denk ik het is niet heel erg onhaalbaar volgens mij. Het zijn zes principes die niet in een bepaalde volgorde van belangrijkheid staan. Het is niet zo dat principe een het allerbelangrijkste is en de zesde het minst belangrijk. Nee, het zijn zes gelijkwaardige principes die allemaal van even groot belang zijn. Het eerste principe dat noemen ze in Growing Young, key chain leadership. En key chain, zeg maar een sleutelbos, een sleutelhanger met sleutels en key chain leadership, leiderschap met de sleutelbos in je hand. Dat was de eerste. Toen zat ik al gelijk op het puntje van mijn stoel, omdat ik me gelijk aangesproken voelde. Wat zeiden ze namelijk, ze zeiden van in een kerk moet je jonge mensen het vertrouwen geven maar ook verantwoordelijkheid dus zeg maar figuurlijk maar ook gewoon letterlijk, geef ze de sleutels van de kerk, van de kasten, van de spullen. Het is ook hun kerk. Dus die sleutelbos als metafoor voor geef iedereen in je kerk, ook de jonge mens, die verantwoordelijkheid. En ik zat gelijk op het puntje van mijn stoel want ik moest gelijk terugdenken aan iets wat ik zelf had meegemaakt hier in Sliedrecht toen was ik al helemaal niet zo jong, want ik was weet ik het, 40 of zo, toen organiseerden we met een hele groep enthousiaste mensen en muzikanten organiseerden kids praise avonden op vrijdagavond voor kinderen een beetje in de basisschoolleeftijd en daar kwamen heel veel kinderen uit het dorp op af, niet alleen uit onze kerk maar gewoon heel veel kinderen. Er zat heel veel energie in die avonden maar het kostte ook heel veel energie. Want we hadden de muzikanten en we moesten nog even inzingen en alles opbouwen en we hadden een heel thema met een toneel erbij dus er moest in de kerk best wel wat even gebeuren dus dan kwamen we allemaal aan het eind van de vrijdagmiddag moe uit ons werk en dan gingen we gelijk door om alles op te zetten, op te bouwen, enthousiast want om zeven uur zaten die kindjes in de kerk. En toen op een gegeven moment zei de koster ik ga thuis eten dus jullie moeten nu allemaal weg. En toen zei ik joh ja maar dat kan niet, want dan zijn we niet op tijd klaar voor zeven uur, dat redden wij gewoon niet, wij hebben zelf ook geen tijd om te eten wij moeten echt door. Ja, ja, zei die koster, maar ja weet je ja de commissie van beheer, ja die wil niet dat er mensen zomaar in de kerk zijn. Ik zeg ja maar wij zijn toch niet zomaar mensen, wij zijn lid van deze kerk, we zijn hier zondags, we zijn ook geen jonge kinderen of zo, we zijn gewoon ja volwassen, verantwoordelijke mensen en we zijn met iets moois bezig. En ik zeg nou ik bel die voorzitter van kerkrentmeesters wel even dus leg ik het even uit en dan is het wel goed. Dus ik belde maar ja die meneer zei nee afspraak is afspraak de koster moet in de kerk zijn en jullie […] ja, nee. Dus ik zei je hebt geen vertrouwen in ons dus. Nee, we kunnen niet zomaar vertrouwen hebben in iedereen.

I: Wauw.

R: Ik zeg joh maar wij zijn toch niet iedereen, wij zijn gewoon lid van deze kerk met onze groep en tja in het dagelijks leven hebben wij verantwoordelijkheden op ons werk, in onze gezinnen en alles en waarom zouden wij niet verantwoordelijk in dit kerkgebouw kunnen zijn. En ik ben daar toen zo verschrikkelijk van geschrokken, dat heeft me echt geraakt, geëmotioneerd ook. Toen werd er ook gezegd van nou jullie mogen blij zijn dat je de kerk mag gebruiken voor jullie dingetjes. Toen dacht ik he onze dingetjes, maar we zijn bezig ons geloof uit te dragen met kinderen betekenis eraan te geven aan de boodschap dat is toch waarvoor we kerk zijn. En wij hebben het toen met de groep die er toen was, mensen van mijn leeftijd die nog steeds voor een deel ook lid van deze kerk zijn, als wij daar nog aan terugdenken dan doet het nog pijn. Uiteraard is dat daarna allemaal goed uitgepraat hoor, want daarna hebben we daar wel goed over gepraat, dat is allemaal goed gekomen en mensen vonden het achteraf ook wel heel vervelend dat het zo gegaan is, maar toen dacht ik bij het eerste principe dacht ik ja key chain leadership. Serieus. Zo voelt dat, van jij hoort er niet bij, want jij bent nog jong, jij zit niet in onze kerkenraad dus wij vertrouwen jou niet toe […]

I: Ja, niet capabel, misschien sloop je iets.

R: Ja. En ik dacht bij mezelf ja nou en als er wat gesloopt is, weet je als deze kerk gebruikt wordt dat is de bedoeling en in een ruimte die gebruikt wordt daar gaat misschien weleens wat kapot. En dan? Dan betalen we met z’n allen ook weer onze jaarlijkse bijdrage om daar ook weer voor te zorgen. Dat doe je ook met z’n allen.

I: Ik heb ook weleens de kerk zo gebruikt en dan vroeg ik ja waar zit het licht, o dat zijn die knoppen daar rechts en er was dan een knopje waar ik niet op moest drukken want dan gaan de klokken luiden. Nou ja goed, maar verder wordt er wel verwacht dat ik dat gewoon goed doe.

R: Ja. Dus dat is echt wel veranderd. Dus ik dacht van o ja daar hebben we wel stappen in gemaakt maar dat kan nog veel meer. En het is hartstikke mooi als we ons al met z’n allen bewust zijn van dat principe. Zo van de kerk is van ons allemaal of je nou kind bent, puber, jong volwassen, oud volwassen, we doen het met z’n allen en we moeten vertrouwen in elkaar hebben want we hebben allemaal hetzelfde doel als we hier in de kerk actief willen zijn.

I: Ja, maar dat lijkt me dat het ook tot binding zal leiden want je bent daarin een onderdeel van die kerk en je wordt als capabele lid laten we zeggen c.q. jong volwassene geacht.

R: Ja. Ja, precies. Dus ik zat gelijk op het puntje van mijn stoel bij die presentatie. Ik dacht van o ik voelde het gelijk binnenkomen. Ik dacht ja dat klopt. Je moet je gewoon volwaardig lid voelen welke leeftijd je ook hebt, dat voelt goed, dan ga je ervoor.

I: Het lijkt vanzelfsprekend.

R: Ja, en maar dat blijkt dus dat kerken waar het goed gaat zeg maar die hebben dat dus heel sterk ze vertrouwen elkaar en iedereen is even belangrijk en niet alleen de kerkenraad of laat maar zeggen de harde kern zoals ik dat dan weleens noem.

I: Oké, dus principe een.

R: Dus dat was het principe key chain leadership.

I: Nou, duidelijk.

R: Het tweede principe dat noemden ze dan, het boek is niet in het Nederlands vertaald, dus ik heb dat ook in het Engels zo overgenomen. Het tweede principe is empathy today, empathie vandaag en daar bedoelen ze mee leef je in in de wereld van jonge mensen, verplaats je daarin, want de kerk wordt vaak nog bestuurd door oudere mensen want die hebben daar vaak meer tijd voor en nou ja die hebben meer ervaring. Dus dat is ook helemaal niet zo heel erg, maar het is wel erg als de kerk in die leeftijdsgroep ook blijft hangen want dan wordt die kerk ook nooit van jonge mensen. Dus probeer in de leefwereld van jongeren te gaan. En de leefwereld van jongeren is echt zo anders dan de leefwereld van ouderen, want die verschillen die lopen wel op. De wereld van nu is zo anders dan de wereld van 40 jaar geleden al, dat merk ik zelf en ik ben natuurlijk zelf ook niet meer heel jong en je ziet de wereld om je heen veranderen. En als je niet dingen op de manier durft te doen zoals jonge mensen de dingen doen ja dan haken ze af. Dus die kerken die ze onderzocht hebben, en die het goed deden, die waren heel erg bekend met de leefwereld van jongeren. Dus die waren druk met social media, met nieuwe vormen van kerkdiensten, met ander soort muziek, met ander soort invulling van alle tradities, veel flexibeler ook, want de jonge generatie is veel flexibeler. Die kunnen heel makkelijk met veranderingen omgaan en mijn generatie en de generatie boven mij heeft dat vroeger gewoon minder geleerd. Veranderingen.

I: Ja, is dat geen eigenschap van jonge mensen überhaupt dat ze wat eerder met verandering om kunnen gaan en naar gelang we ouder worden dat we iets wat meer gehecht raken aan onze patronen.

R: Dat zou ook kunnen dat iedere jongere die nu goed met veranderingen om kan gaan later een oudere wordt die dat ook niet meer kan, dat is zeker ook een factor, maar we leven natuurlijk wel in een hele snelle wereld nu.

I: Jazeker.

R: En de wereld van 50 jaar geleden was een heel stuk rustiger en overzichtelijker en in die zin gaan veranderingen nu wel sneller. Het is ook hectisch, het is niet allemaal beter, dat zeg ik ook niet. Het is niet dat het nu beter is dan vroeger, maar andersom ook niet. Het was ook niet vroeger beter dan nu.

I: Nee, maar ik begrijp wat je zegt. Dingen veranderen heel snel, sociale regels veranderen heel snel, de technologie heeft daar natuurlijk een enorm aandeel in, we communiceren ook anders. En ook daarom lijk het me dit principe lijkt me nog best moeilijk want zie maar eens op een manier die leefwereld binnen te komen eigenlijk moet dat vanuit die kinderen zelf komen van wij nemen je daarin mee in plaats van nou ja vertel mij eens, dus dat is best wel een brug die je over moet met […] die kinderen moeten zich ook open durven te stellen en daarin wat kwetsbaar durven te zijn lijkt me.

R: Zeker ja. En ouderen ook, want Growing Young is heel erg van het bruggen bouwen tussen generaties. Kerk ben je samen, dat is eigenlijk Growing Young. Je bent samen kerk, generaties door elkaar, allemaal gelijkwaardig. Het is fijn als jonge mensen zich verplaatsen in ouderen en het is fijn als oudere mensen zich verplaatsen in jongeren en met elkaar in gesprek zijn. En in die kerken waar jongeren zich thuis voelen daar werkt dat dus zo en dat is dat principe van verplaats je in de belevingswereld van jonge mensen.

I: En ouderen bleven zich daarbij ook thuis voelen?

R: Ja.

I: Want het lijkt me best wel spannend want ik kan me bijvoorbeeld herinneren dat ik er een keer een flash mob was in onze kerk met allemaal muziekinstrumenten en er werd geklapt en mensen gingen staan en ik denk wow oké ik ben niet echt gewend te staan en te klappen in de kerk dus ik moest er best wel even aan wennen, maar ik vond het wel gaaf dat er in een keer zoiets gebeurde. Maar ik kan me ook voorstellen dat nou ja dat moet je wel even aan durven te gaan en aan te voelen met hoe zal dit binnenkomen, want ja ik heb begrepen dat er best wel dingen in onze kerk zijn met dingen die ooit verplaatst zijn of veranderd zijn waar dan echt nog brieven over werden geschreven en dingen. Nou ja van dit had niet zomaar veranderd moeten worden. Dus dat lijkt me bij dit principe ja lijkt me dat best wel tricky om te zorgen dat je die leefwereld van de jongeren serieus neemt, tegelijkertijd van de ouderen en daar probeert die brug te bouwen waarin beide partijen, voor zover dat echt twee partijen zijn, zich gerespecteerd voelen.

R: Zeker ja. Het is ook echt een wederzijds iets dat Growing Young. Wederzijds. Dus iedereen moet investeren. Het is niet dat de jongeren alles moeten opvoeren ten behoeve van de […] of dat de ouderen alles moeten opvoeren van de jongeren maar het is een wederzijds verhaal. Respect voor elkaar. Maar dat betekent ook dat oudere mensen ook eigenlijk wel accepteren in die kerken waarin het goed gaat, dat dingen soms gaan zoals ze het misschien zelf eigenlijk niet zo heel super vinden dat ze denken zo kan dit wel maar dat ze dan ook durven loslaten.

I: Dus dat passieve daar moet je eigenlijk aan alle aspecten vanaf, dus ook uit durven spreken wanneer je bijvoorbeeld ergens niet mee eens bent.

R: Ja, dat moet ook kunnen vind ik.

I: Misschien een ander straatje wat ik nu even inga, maar het kan nog weleens, ik voel dat zelf zo, dat je het kerk gaan op zondag kan nog best weleens een beetje passief voelen van je doet de dans van de liturgie en daarna ga je weer naar huis. En alles eromheen daar is misschien ruimte om meer dingen anders te doen, zoals bijvoorbeeld ik noem maar iets een podcast beginnen. Maar goed voordat ik daar helemaal over ga praten, ja dus dit principe zorgt dat je die leefwereld van de jongeren leert kennen op een manier, want je ziet bijvoorbeeld ook weleens dominees die hip proberen te zijn op TikTok, dan denk ik zou je dat wel doen.

R: Ja, dat is ook wel heel leuk in het boek van Growing Young staat ook wel dingen niet helpen. En dat is wel leuk dat je dit zegt want een hippe dominee die in een hippe spijkerboek of nou ja weet ik veel die gewoon heel hip overkomt en hippe dingen gaat doen, jongeren die kunnen daarnaar kijken met een gevoel van sneu deze meneer of mevrouw, want je moet wel authentiek blijven. En dat geldt eigenlijk voor iedereen. Dus oudere mensen hoeven niet opeens heel hip te gaan doen, want dan zijn ze niet meer authentiek, maar dan is het ook belangrijk dat ze begrijpen dat jonge mensen ook niet authentiek zijn als ze een uur stil in de kerk zitten en psalmen zingen want dan zijn jongeren niet authentiek en dat is eigenlijk wat dat empathy betekent, je inleven in hun leefwereld.

I: Ja. Duidelijk.

R: Dat je op alle leeftijden authentiek moet kunnen zijn.

I: Wat een opgave om dat allemaal in een dienst voor elkaar te krijgen.

R: Dat is het zeker ook, ja. En dan komen we eigenlijk bij het derde punt en dat is eigenlijk het allerbelangrijkste en dat punt dat noemen ze Jesus message. En dan denk je logisch we zitten in een kerk en toch de boodschap van Jezus centraal houden dat dat het hart is van je hele kerk zijn dat zou je soms haast vergeten, want we zijn in kerken vaak van alles aan het verzinnen van o leuk deze activiteit en dan gaan we dat doen en dan gaan we nog zus doen en dan gaan we nog zo doen, maar bij wijze van spreken kan dat ook op de klaverjasclub.

I: Ja, ik ben blij dat je het zegt.

R: Maar als ze op een klaverjasclub allerlei leuke dingen gaan doen maar ze gaan nooit meer klaverjassen dan zal men zich op een gegeven moment afvragen van wacht even van welke club ben ik nou eigenlijk lid. En dat is in een kerk natuurlijk ook zo. In de kerken die ze onderzocht hebben en waar het dus heel goed ging en waar ook veel jeugd actief was daar stond de boodschap van Jezus heel erg centraal in alles. En alle activiteiten die daaruit voortvloeiden die waren gebaseerd op die boodschap, op de Bijbel eigenlijk. En je zou zeggen ja duh een kerk, duh en toch […]

I: Het is weer dat authentieke.

R: Ja, toch is dat iets wat soms over het hoofd gezien wordt, als je na kerktijd hier aan de koffie zit en ik heb daar een aantal keren heel specifiek op gelet, ook naar aanleiding van dit Growing Young, dan gaat het helemaal niet over, daar gaat het niet over de preek of zo, of over […] zijn het geen geloofsgesprekken. En dat hoeft natuurlijk ook niet altijd, maar nooit eens een ander uiterste. En ik kwam eigenlijk tot de ontdekking dat het nog best wel lastig is voor een heleboel mensen om te praten over hun geloof, zelfs in de kerk. En ik heb met jongelui van de catechese doe ik zo af en toe dan laat ik ze eens een interviewtje doen na kerktijd, voor corona dan natuurlijk, en dan hadden ze echt vragen bedacht die ze aan de mensen in de kerk wilden stellen en die gingen soms best wel heel diep. En het treurige was eigenlijk dat ze geen antwoorden kregen.

I: Dat is interessant.

R: Dat mensen het heel moeilijk vonden om over hun geloof te praten, en dat ze met een grapje maakten ze zich er vanaf of ze begonnen juist een heel chagrijnig antwoord te geven en dan vroeg iemand van waarom wilt u nou echt elke zondag in de kerk zitten en dan wilden die jongeren wilden echt horen waarom die mensen zo graag in de kerk komen. Daar waren ze oprecht in geïnteresseerd en dan kregen ze antwoorden als ja nou ja weet je het is een gewoonte, ik moest vroeger en ik ben het altijd blijven doen, ja. Nou en dat was voor die jongelui was het echt dat ze dachten ja volgens mij willen die mensen eigenlijk helemaal niet. Dus dat is helemaal geen reden, want jongeren zijn wel heel erg van die willen echt argumenten horen.

I: Ja.

R: Dus dat was teleurstellend en toen dacht ik we zijn het wel een beetje kwijtgeraakt in de kerk om over ons geloof te durven praten. En toen dacht ik ja dat is eigenlijk heel raar.

I: Ja.

R: En ook wel treurig. En in Growing Young hebben ze dus gezien dat kerken wel goed over het geloof gepraat wordt waarin generaties ook met elkaar het geloofsgesprek aangaan en dat alle activiteiten die gedaan werden voortkwamen uit dat gevoel ik ben christen in deze wereld en samen kunnen wij als kerk iets moois betekenen in deze wereld. En we willen ook vanuit ons hart God loven en prijzen in deze kerk, als dat de basis was dan waren het groeiende en bloeiende kerken. Dus een heel belangrijk principe. De boodschap van Jezus centraal. En toen moest ik ook weleens heel erg denken toen ik dat hoorde aan je hebt, ik weet niet of je bekend bent met de Golden Circle, dat is een beetje zo’n managementdingetje en dan heb je drie lagen en dan heb je in de cirkel, in het hart van de cirkel, is dan het waarom, why. En in de laag daaromheen hoe en in de buitenste laag is het wat dan? En dat is dan zo’n cirkel in de managementliteratuur van nou organisaties zijn vaak bezig met van alles en nog wat te doen en ze vergeten soms wat eigenlijk de bedoeling is van hun organisatie. En om van daaruit te werken. En toen dacht ik ja dit stukje van Growing Young lijkt daarop, want wij zijn vaak bezig met de buitenkant, o wat verzinnen we allemaal leuke activiteiten en wat zullen we allemaal eens voor leuks in de kerkdienst gaan doen, maar we vergeten soms andersom vanuit het hart te denken, van waarom willen we die kerkdienst aantrekkelijk maken. Wat is onze boodschap dan.

I: Ja, ben ik helemaal met je eens.

R: Waar gaat het over. En dan komt de laag van hoe willen we dan kerk zijn en pas dan komt eigenlijk pas de laag en wat gaan we dan doen om dat te bereiken in plaats van andersom van wat gaan we allemaal doen. En daarmee beginnen. Dus dat is ook een heel belangrijk principe. Jesus message.

I: Neem die serieus en dat is meer dan alleen een preek die dat doet.

R: Ja. Dat zit ook in […] kijk in alles wat je doet. Jij bent nu met podcast bezig en als dat vanuit het gevoel is van ja maar ik wil iets van dat geloof ook delen of iets van onze passie in de kerk of van een persoon in de kerk wil ik kunnen delen met de buitenwereld, kijk dan is dat de why waarom je iets wilt doen. En dan is het een activiteit op basis van die kern, van we zijn kerk. Wij geloven in God of we zoeken naar God, dat kan het ook zijn.

I: Ja.

R: En van daaruit willen wij onze activiteiten ontplooien.

I: Dus weer het authentieke, de identiteit en dat dus die boodschap van Jezus daarop toegepast. Dat is wel wat ik in de VS veel zie is vanuit jongeren een interesse in de katholieke kerk en de oosterse orthodoxe kerk, en dat is een heel sacramentale kerk dus het is heel erg handelend, het kussen van de iconen, het wijwater, de beelden, de wierook en maar vooral je gaat naar de kerk om God te ontmoeten.

R: Ja.

I: En binnen de protestantse kerk vraag ik me weleens af gaan we daar naartoe om ja misschien om een preek te horen of en ik vraag me af en toe af of we dat een beetje kwijt zijn geraakt en dat dat ook weer op dat waarom terugkomt.

R: Ja, vind ik mooi dat je dat zegt.

I: Het handelende.

R: Ja.

I: En ja, vooral die oosterse orthodoxe kerk is ook aantrekkelijker omdat het, tenminste voor die mensen die ik er naartoe zien heb gaan omdat het iets ouds is wat eigenlijk 2000 jaar lang hetzelfde aan het doen is, en dat is voor bepaalde mensen is dat ook erg aantrekkelijk.

R: Ja, de rituelen die helpen om God te vinden of om God te eren. Ja, die je helpen God te zoeken. En inderdaad in de protestantse kerk, zeker in Nederland, wordt vaak nou de preek wordt beoordeeld, nou het was een goede preek, of saaie preek. Terwijl ik denk o ja maar je bent niet naar de kerk gekomen inderdaad wat jij zegt om die preek te horen maar om gevoed te worden, om samen God eer te geven, om te zingen voor Hem, of te luisteren, of stil te worden voor Hem en Hem te voelen in je hart.

I: En natuurlijk met elkaar, is er een sociaal aspect. Ik bedoel in de oosters orthodoxe kerk eten ze ook baklava na afloop, tenminste wat ik begrepen heb, maar ja first and foremost God ontmoeten. Maar goed.

R: Ja, dat was het derde principe Job. En jij zegt nou ja het mag ook gezellig zijn. En dat is het vierde principe dat noemen ze warm relationships nou warme, een warme gemeenschap. De kerken die veel jongeren aantrekken zijn ook warme gemeenschappen waarin de generaties met elkaar maar ook soms apart. Wij hebben hier in Sliedrecht de segmenten, leeftijdssegmenten, nou dat kan ook, dus de generaties erg in verbinding met elkaar maar ook dat de jongeren met elkaar het goed hebben en misschien zijn er ook wel bejaarden activiteiten waarin het goed is met elkaar. Want je wilt ook weleens met leeftijdsgenoten samen zijn dat kan allebei.

I: Tuurlijk.

R: Maar waar vooral warme relaties waren. En er stond in het boek bijvoorbeeld een voorbeeld dat ze ook soms maatjes hadden echt bewust. Dat er bijvoorbeeld een jongere persoon was die gekoppeld was aan een oudere persoon en die gingen dan af en toe gewoon eens echt eens samen zitten kletsen na afloop van de dienst, die zochten elkaar dan op, maar die gingen ook in het dagelijks leven weleens dingen met elkaar doen of een wandeling maken, of gewoon het geloofsgesprek aan, waarbij ze uit warme belangstelling voor elkaar ook tot een goed gesprek kwamen en niet dat iedereen dat dan deed, want het moet ook bij je passen, maar in die gemeenschappen waar het goed ging dat waren ook warme gemeenschappen waar mensen ook met hun verdriet terecht konden, waar ze het gevoel hadden van als het niet goed gaat in mijn leven dan staan er mensen om mij heen en die vind ik ook binnen deze gemeenschap. En dat was ook een belangrijk kenmerk. Dus ook een van die pijlers van Growing Young. Een hele belangrijke pijler, dat je met elkaar ook een warme gemeenschap bent.

I: Ja, dat is ook weer een beetje, als ik het zo hoor, dat key chain is volledig mee worden genomen in die gemeente. Nou moet ik zeggen dat ik wel daar leuke dingen van zie in onze gemeente, bijvoorbeeld de jongeren die pas geleden naar wat was het nou, die gingen volgens van de jeugdkerk af […]

R: Ja, ik denk van de kindernevendienst, de groep achters zeg maar die nu naar het voortgezet onderwijs gaan, ja.

I: En nou ja bijvoorbeeld dan ook kinderen die slagen voor een examen of een rijbewijs. We zijn in onze, stokpaardje maar goed, we zijn natuurlijk een beetje die rites of passage, die overgangsrituelen zijn we in onze maatschappij hier en daar wat kwijtgeraakt. We hebben er nog een paar, je rijbewijs en slagen voor dat iets. En dat we dat inderdaad als kerk ook meenemen met Jantje is geslaagd voor zijn schoolexamen en laten we een kaartje sturen ik noem maar een dwarsstraat. Maar dat soort dingen gebeuren hier wel.

R: Ja, die gebeuren hier zeker. Dat is ook wel heel mooi want het is niet zo dat wij in onze kerk alles nog moeten leren, want ik denk juist dat deze kerk heel veel kansen heeft omdat wij al heel veel van Growing Young in ons hebben.

I: Ja, daar wilde ik nog op terugkomen.

R: Daarom heeft het kansen denk ik. En het is prachtig wat jij zegt ja die kinderen zijn op dat moment in de dienst ook even heel belangrijk. Het is wat jij zegt een ritueel het is mooi, het is afgebakend. Iedereen heeft ze ook weer gezien van o ja die kinderen. En wat ze nu dan ook weer doen dat ze dan filmpjes opnemen waarin ze geïnterviewd worden. Dan is zo’n jongen, zo’n meisje van nou 12 jaar staat op dat moment even centraal.

I: Ja en ze worden serieus genomen.

R: Ze worden serieus genomen. Dat is zo belangrijk dat je, ongeacht welke leeftijd, serieus genomen wordt. En dat gaat ook weer twee kanten op, want je hebt ook jongeren die nemen ouderen niet serieus. Zo van nou ja die ouwe zak of zo weet je wel.

I: Ja, oude opvattingen.

R: Ja, of ouderwetse gedachte ja. Maar dus het gaat allemaal twee kanten op. Elkaar serieus nemen en gelijkwaardig zijn. En dat is gewoon hartstikke leuk en ja we moeten met z’n allen denk ik gewoon leren dat jonge mensen van evenveel waarde zijn als oude mensen en dat je als oudere misschien wat meer levenservaring hebt, nou daar kunnen jongeren dan weer respect voor hebben, maar jongeren ja komen weer met nieuwe dingen, daar mag je als oudere weer respect voor hebben, maar iedereen is van evenveel waarde want dat is ook wat we als christenen natuurlijk geloven, dat is als iemand dat heeft laten zien is het Jezus wel. Dat die kinderen ook belangrijk zijn net zo belangrijk.

I: Jazeker, maar en tegelijkertijd veranderen dingen, dingen worden digitaler en nogmaals communicatie verandert. Ik bedoel 20 jaar geleden hadden we waarschijnlijk geen kerk website gehad en nu wordt dat als redelijk vanzelfsprekend gezien. Of ja een podcast kijken mensen op zich ook niet meer van op. Vroeger was dat toch anders.

R: Ja.

I: Deze lijkt me eigenlijk heel logisch.

R: Ja, dus dat is allerlei dingen die de kerk doet om de banden versterken. Ja, die horen echt bij dit punt van Growing Young. Dus dat is hartstikke mooi dat we dat al heel veel doen. Het vijfde punt van Growing Young dat gaat over het prioriteren van jonge mensen en jonge gezinnen, want ze hebben wel gezien van joh wil je echt jonger worden, wil je verfrissen, wil je jong blijven wat nodig is om überhaupt kerk te blijven dan moet je wel echt rigoureuze keuzes maken. Je kunt niet zeggen van nou zo af en toe mogen die kinderen weleens een jeugddienst of zo. Dat is het niet. In de kerken waar het goed gaat werkt het niet zo. Er zijn helemaal geen jeugddiensten, daar zijn de diensten voor iedereen. Dat is wat wij vaak nog denken inw van nou die jongelui mogen best af en toe gewoon ’s middags een keer een jeugddienst organiseren en dat doen ze maar lekker zoals zij het willen, met een band of weet ik veel wat. En dat is het dus niet. Dat stadium hebben deze kerken die het goed doen allang gepasseerd. Jeugddiensten die hebben ze allang afgeschaft, want dat is eigenlijk heel gek. Want je noemt een gewone traditionele dienst noem je ook niet een bejaardendienst dat zouden we heel raar vinden met elkaar. Waarom moet je dan wel een jeugddienst hebben. Het moet een gemeentedienst zijn.

I: Ja, dat is opnieuw dat moeilijke van die brug. Ik denk dat, ik weet niet wat het zesde principe is, maar deze lijkt me moeilijk. Het prioriteit geven aan jongeren en jonge families als ik het goed hoor.

R: Ja, de jonge gezinnen.

I: En wat ik moeilijk vind is wanneer wordt dat, hoe zorg je ervoor dat dat niet een soort voortdurende greep wordt om relevant te blijven.

R: Ja, dat is zeker een uitdaging daar heb ik ook niet gelijk antwoorden op, maar het is wel zo dat je de kerken die dus in dat onderzoek blijken het goed te doen die hebben ook echt geleerd om los te laten. Dat het echt niet altijd zo moet gaan zoals het altijd gegaan is in een kerkdienst met diezelfde liturgie, en diezelfde dingen. Als je het hart goed hebt van wat willen wij zijn hier in de kerk om God te eren en om meer te leren over de Bijbel en om met elkaar te zingen en we zijn hier om God te ontmoeten. Als dat de basis is, dan is de vorm in die kerken dus niet meer zo belangrijk.

I: Maar is dat niet een eindeloze cyclus van vernieuwing.

R: Ja, dat is het ook.

I: Dus houd je dan die identiteit als kerk.

R: Nou, ik denk dat je identiteit dat is het hart denk ik.

I: Ja, dat lijkt me heel moeilijk om dat dan nog een soort vast te houden, want de liturgie van nu was waarschijnlijk de nieuwe liturgie van de generaties hiervoor.

R: Ja, de liturgie van nu is dezelfde generatie als die van mijn ouders en die zijn 90, dus dat is al best, dat is gewoon al oud zeg maar.

I: Ja.

R: Ja, ik weet niet, ik vind dit toch, ik vind deze toch huiverig, van ja verandering omdat het anders moet.

I: Nee, niet verandering omdat het anders moet. Verandering omdat iedereen zich in zo’n kerkdienst ook authentiek moet kunnen voelen, iedereen van alle leeftijden. En je hebt jongeren die houden juist heel erg van de liturgie zoals die is. Zelf ik word zelden, ik word niet zo gauw geïnspireerd in een kerkdienst. En ik ben geen jongere maar ik heb dat al heel lang. Ik voel me soms in andere kerken wat meer geïnspireerd omdat ik daar het gevoel heb van ja het kan allemaal. Ik was in Rwanda en daar voelde ik de aanwezigheid van God zoveel meer dan bij ons. En natuurlijk kunnen wij hier niet in Sliedrecht ineens opstaan en met z’n allen gaan dansen zoals dat in Rwanda heel gewoon was, want dan zou iedereen zich ongemakkelijk voelen want dat is bij ons niet authentiek natuurlijk, maar als voorbeeld heb ik in Rwanda wel heel erg gevoeld van de mensen komen daar met z’n allen naar de kerk, alle generaties. Iedereen mag daar ook zichzelf zijn, want daar zijn ook hele ouderwetse dominees met toga’s en dingen en er zijn ook ouderwetse liederen maar dan ineens zijn er jongeren en die gaan het podium op en die gaan op hun manier zingen en dansen en dan de kindjes die zijn gewoon in de kerk en die lopen ook gewoon door de kerk. Daar stoort niemand zich aan en dan gaan ze weer ergens zitten spelen. En ineens komen ze dan ook op het podium omdat ze denken o dit vind ik een fijn liedje hier ga ik ook even mee dansen. Het is geen chaos. Ik heb die kerkdiensten daar nooit als een chaos ervaren, maar wel als een plek en een uur waar iedereen er mocht zijn. En dat komt voor mijn gevoel wel dichterbij dat een kerkdienst iets is waar je mag zijn en je geloof mag beleven zoals je bent. En omdat we allemaal verschillend zijn zul je ook verschillende vormen moeten gaan toelaten.

I: Ja, dat lijkt me erg moeilijk in de diensten zoals wij die kennen. Is het dan in Rwanda zo, is dat niet dan daar altijd juist zoals het geweest is. Dat juist daar de statische manier van kerkdienst is.

R: Misschien wel. Maar juist door de afwisseling en dat de generaties elkaar daar zo vrij lieten in hun eigen manier, dus ze zongen daar een soort van ouderwetse, wat je dan ouderwets zou kunnen noemen, gedragen liederen en die zong iedereen dan heel eerbiedig gedragen mee. En je kon goed merken dat dat iets was van de meer oudere mensen. Maar even later dan was het heel anders en dan zag je de oudere mensen soms een beetje zo met een glimlach naar elkaar kijken van ach ja die jongelui. Nou die mochten dan ook op hun manier weer gaan zingen en iedereen had […] het leek alsof iedereen er vrede mee had dat er dingen verschillend waren en dat vond ik heel mooi om te zien. En dat de kinderen er ook gewoon bij horen, dat zie je in Nederland ook wel, want ook in gewone gereformeerde of protestant, hervormde of wat dan ook kerken in Nederland zie je ook wel verschil hoor. Ik kom ook weleens in de kerk waar de kinderen altijd gewoon in de kerkdienst zijn. Die zitten gewoon ergens aan een tafel en die zijn met dingetjes bezig en aan het knutselen, aan het kleuren, af en toe komen ze even naar voren als er een kinderliedje op het programma staat dan komen ze soms er even bij om mee te doen of daar hebben ze soms bewegingen bij of wat dan ook. En die kinderen die zijn helemaal niet storend, want dat zou je denken maar dat is eigenlijk helemaal niet zo. Die zijn ook gewoon heel stil als er dan gepreekt wordt dan zitten ze gewoon lief te kleuren en af en toe hoor je eens een stemmetje maar dat stoort niemand meer. Ze mogen er zijn. En als ik dat zie, ik zing zelf dan in een bandje, Exodus, en wij komen dus in heel veel verschillende kerken en dan zie ik dat en dan denk ik o ja deze kinderen voelen zich hier heel erg thuis. Dus dat vind ik echt heel mooi om te zien.

I: En dan heb je ook niet die overgang van kindernevendienst naar de kerk […]

R: Maar een kindernevendienst is natuurlijk ook goed, het zijn andere vormen. Maar ik denk o ja ze voelen zich hier heel thuis, dat is mooi.

I: Ja, maar ik kan me bijvoorbeeld ook voorstellen dat het als je gewend was als jongere aan een kindernevendienst dat het daarna wat intimiderend is als je daar niet meer naartoe gaat.

R: Ja.

I: Waar dit me aan doet denken is, ik was in Arizona, ik was aan het rondreizen met wat dominees en een van de dominees daar die was de stichter van de zogenaamde village church in Tucson en dat was best wel bijzonder, dat was gewoon in een of ander gebouw wat ze ooit hadden overgenomen en daar kwam je binnen kwam je eerst in een enorme keuken, echt zo groot als deze jeugdruimte. En er was al iemand bezig, nou dit eten we vanmiddag na de dienst. En dan ging je naar rechts en dan kwam je in een soort enorme huiskamer en daar stonden alleen maar oude banken en luie stoelen en daar hingen een drietal schermen en iedereen nam zijn plek en dan hadden ze daar […] er was duidelijk een liturgie alleen die was voor mij heel moeilijk te zien, want ik kende die liturgie niet, maar er werd ook op een gegeven moment ritme aangegeven door de kinderen met van die eitjes waar dan iets, met zand erin. Iedereen deed mee. Dus wat je zegt iedereen werd daar een soort in die dienst mocht zijn wie ze waren. Ik zag bijvoorbeeld ook een jongen die zat gewoon op zijn Smartphone een spelletje te spelen tijdens de preek en daar vroeg ik later je zat een spelletje te spelen. Ja, maar die was dermate snel afgeleid dat hij dat nodig had om zich te kunnen concentreren op de dienst. Nou, dat heeft bij mij ook wel wat achtergelaten van o ja dus iedereen die was daar zoals ze wilden […] zoals ze waren en daarna werd er met z’n allen samen gegeten en mensen namen wat mee en die bleven dan ook gewoon lang nog praten en dan kreeg je het hele sociale aspect.

R: Ja, dat is een beetje mijn droom ook wel, dat we […] en dat hoeft dan echt niet elke zondag maar dat er ook zondagen zijn waar we naar uit kijken met elkaar dat we zeggen o nou we gaan naar de kerk. En dat om die dienst heen dat daar een ontmoeting is. Dat vind ik dan wel heel mooi en dan helemaal mooi als daar ook gewoon echt de jonge mensen het leuk vinden om te zijn.

I: Ja en je zag er ook veel jonge families.

R: Ja, dat vooral.

I: Het was, ik vond het heel fijn om mee te maken. Ik had koekjes meegenomen van Van de Wilde bakkerij hier, dus dat hadden we als toetje en het was een heel leuke dienst maar die stichter van die kerk die nou ja dat was voor hem echt een experiment. En hij mocht dat doen van de Christian Church in the United States, maar dat was wel van nou we kijken wel wat je doet want je gaat nu iets radicaal anders doen, maar ze groeien. O en ook iets belangrijks iedereen die daar lid wordt van die kerk krijgt de sleutel.

R: Ja, leuk he. Maar dat is dus echt Growing Young, ze krijgen letterlijk de sleutel. Het is hun kerk. Die is van ons allemaal. En die warme gemeenschap waar zij dan aan werken, ja dat is natuurlijk mooi. Ja, dat was dus in Rwanda ook zo’n aspect. Het was niet alleen die kerkdienst zelf maar daaromheen het eten met elkaar, het was daar zeiden de jongelui dus waar we toen daarmee opgetrokken zijn, die waren allemaal zo’n beetje tussen de 16 en de 26 zo’n beetje, dat waren de meeste. Die jongelui die zeiden van de zondag is voor ons iets waar wij naar uit kijken want dan mogen we naar de kerk. En toen dacht ik o dat is gaaf.

I: Ja.

R: Ja.

I: Ja, snap ik helemaal.

R: Dat hoor je niet heel veel jongelui van die leeftijd bij ons zeggen.

I: Nee, dat kan ik me voorstellen.

R: Dus ik dacht o dat is een mooie droom.

I: Ja. Goed. Dan zijn we bij […]

R: Bij de zesde al.

I: Het zesde principe.

R: Ja, en het zesde principe dat is, dat noemen zij best neighbours dus dat je goede buren bent. En goede buren zien ze heel breed. Dat is voor de directe omgeving dus de gemeenschap waar je in staat, het dorp, de stad, de wijk dat je daar van betekenis bent. Kerken die bloeiend zijn die zijn ook van betekenis. Dichtbij maar ook veraf. Die zijn dus ook bezig met de wereld om hun heen, maar altijd weer vanuit het hart van het geloof. Dus die zijn ook bezig met duurzaamheid bijvoorbeeld. Zo van ja wij zijn christenen deze wereld is van God daar moeten wij goed voor zorgen. Dus vanuit het hart van hun geloof kijken ze naar duurzaamheid maar bijvoorbeeld ook wat bijvoorbeeld in Sliedrecht een heel mooi voorbeeld daarvan is, is dat bijvoorbeeld de voedselbank in Sliedrecht is ontstaan vanuit initiatieven van de kerken hier.

I: O dat wist ik niet.

R: Ja en dat is wat ze ermee bedoelen. Zo van je bent ook gewoon christen in de wereld. In de wereld dichtbij je en ook in de wereld wat verder weg en gemeenschappen die […] kerkgemeenschappen in dat onderzoek van Growing Young die dus bloeiend zijn die zijn dus ook van betekenis in de wereld.

I: Ja, dat kan ik me voorstellen.

R: Vanuit hun geloof echt. Dus echt vanuit dat hart.

I: Maar de kerk is dat historisch toch ook altijd wel geweest.

R: Ja, dat is ook zo maar we vergeten het soms ook weleens. Je hebt ook kerken, en dat komt ook heel erg in dat boek naar voren, je hebt ook kerken die zijn heel erg naar binnen gericht, echt navelstaren kerken. Die alleen maar in kerkraadsvergadering hebben ze het alleen maar over interne zaken en hoe dingen geregeld moeten worden en de organisatie en wie is het eens met wie en wie is het niet eens met wie. En dat zijn de kerken die vergrijzen. Dat zijn de kerken die gaan het niet redden. Als je blijft navelstaren ja dat is het niet.

I: Ja, je kunt jezelf niet blijven isoleren.

R: Nee. Je moet je realiseren dat als je christen wilt zijn dat je je kerkgemeenschap dat dat nou juist een bron is van waaruit hele mooie initiatieven kunnen ontstaan waardoor de wereld ook zien van he kijk die mensen geloven ergens in.

I: Ja. De kerk heeft zich natuurlijk altijd moeten meten met de cultuur om zich heen waarin ze zich bevond. Dus ja.

R: Ja en al die principes die zijn gewoon altijd om dat hart, het geloof, heen.

I: Ja.

R: Dus dat zijn de zes principes en ik kan er nog heel veel over vertellen want dat heb ik nog niet echt […] niet het hele boek verteld, maar ik denk dat dit een mooie samenvatting was.

I: We praten ook alweer even Maria, dankjewel. Het is […] ja ik wist er wel een paar en ik wist niet precies wat ik ervan moest denken, maar dit is […]

R: Ja, dus Growing Young is niet echt iets van o dit, nu gaan we ineens allerlei activiteiten doen en dat heet dan Growing Young. Nee, Growing Young is meer een mindset. Het zou heel mooi zijn als alle geledingen in onze kerk bij de dingen die ze gaan doen gewoon die zes principes in hun hoofd zouden hebben en dat als een soort meetlat gebruiken van he maar de dingen die we doen passen die nou bij een van die principes, zijn dat nou de dingen die er toe doen. Dat zou ik al heel mooi vinden, want er gebeurt al heel veel in onze kerk, er zijn zoveel mooie initiatieven.

I: Ja, daar wilde ik je nog naar vragen, want ik weet eigenlijk heel weinig vanuit jeugdwerk in ons werk. Eigenlijk vind ik dat best vervelend.

R: Ja.

I: Ik was zelf ging ik met plezier naar GFE en het kamp en nou eigenlijk weet ik het hier helemaal niet zo.

R: Nee.

I: Dus ja we hebben op zich, we hebben nog laten we zeggen 10 minuutjes, wat kun je me vertellen zoal wat er binnen Growing Young plaatsvindt hier.

R: Nou, binnen Growing Young dat is het eigenlijk niet, want Growing Young is niet een soort paraplu en daar hangen dan allemaal dingen onder. Het is meer een soort fundament waar we eigenlijk vanuit verder moeten gaan werken.

I: Dus vanuit …. […]

R: Naar mijn idee. En ik denk dat er in Sliedrecht hier in onze kerk gewoon heel veel gebeurt op allerlei gebieden die binnen die zes principes heel goed passen. Dus we doen al heel veel goede dingen. Kinderen worden al steeds belangrijker gemaakt. We hebben sowieso in Sliedrecht heel bloeiend jeugdwerk in onze kerk. Mijn kinderen hebben altijd met heel veel plezier op de clubs gezeten bijvoorbeeld. De kindernevendienst is een groep mensen die met veel passie werkt en ook in coronatijd probeert de kinderen betrokken te houden. Nou daar heb ik hartstikke veel bewondering voor, dat is echt mooi. We hebben catechese wat in heel veel kerken eigenlijk niet meer is, dat is een heel groot percentage van onze jongeren in die leeftijd gaat gewoon naar catechese, dat is best uniek in onze kerk. Ja, er is een groep die een beetje tussen wal en schip valt en dat zijn meer de oudere jongeren en de jonge gezinnen, want jonge gezinnen, nou ja dat weet jij zelf inmiddels ook, die zijn druk.

I: Ja, best wel.

R: En ja die hebben geen tijd om om half 10 al helemaal iedereen aangekleed in de kerk te zitten enzovoorts dus dat is een groep die echt de aandacht verdient en daar kunnen we misschien nog wel wat mee doen. En ja vanuit Growing Young hoop ik dat we iets kunnen gaan bewegen in de kerkdiensten. Nou we hoeven van het een op het andere moment alles anders te gaan doen, maar er is natuurlijk nu een initiatief van de vierde zondag. Het is niet per se Growing Young maar het past er wel heel mooi in, vierde zondag, gewoon elke vierde zondag van de maand mag dan zo’n dienst zijn waarop we wel heel erg die zes principes in de gaten houden van we hebben een boodschap maar dat mag ook op een andere manier eens een keer in de kerk en ja als corona een keer voorbij is, hopelijk kunnen we dan ook die zondag om die dienst heen ook aan de warme gemeenschap werken en dat is ook wel een beetje een droom van ons als Growing Young team dat we die vierde zondag dat dat misschien, het is heel erg pionieren nog en het is helemaal niet gezegd dat zoals het nu gaat dat dat het moet zijn, dat is nog helemaal open, dat mag ontwikkelen, het mag groeien. En we hopen dat zowel oud als jong ons inspireert en met ideeën aankomt.

I: En dat er ook best behoefte aan is, lijkt me.

R: Ik hoop dat, dat mensen de behoefte voelen en dat zo’n vierde zondag een heel klein beetje iets mag gaan worden in de toekomst wat ik in Rwanda heb gemerkt dat mensen ha ik heb zin om naar de kerk te gaan zondag.

I: Ja.

R: Dus dat is echt iets wat nou dat is een voorbeeldje maar er is denk ik heel veel. Ik denk dat we ook heel veel mooie dingen kunnen gaan ontwikkelen in het laten ontstaan van geloofsgesprekken, dat we met elkaar weer terug naar de bron kunnen en het met elkaar durven te hebben over onze zoektocht naar God want het geloof ja het is als ik voor mezelf spreek dan heb ik niet elke dag een sterk geloof. Soms ben ik het ook weleens kwijt of denken we wat is het eigenlijk, of er zijn momenten dat ik het wel sterk heb, en er zijn momenten waarop ik denk ik ben ernaar op zoek en dan denk ik o dan zou de kerk toch een plek moeten zijn waar […] ja dan wil ik […] dat is de plek waarin ik dat misschien kwijt […] waarin ik dat kan delen.

I: Ja, die kwetsbaarheid.

R: En samen kan nadenken erover met andere mensen.

I: Ja. Kan ik me helemaal in vinden, ja. Ja, dank je wel.

R: Graag gedaan.

I: Ik vond het echt een heel fijn gesprek.

R: Jij ook bedankt want ik vond het heel leuk dat ik het mocht vertellen want ik ben er best heel erg door geïnspireerd.

I: Ik hoor het.

R: En ik heb hoop en ja de hoop en dromen heb ik.

I: Hoop en dromen. Nou, dank je wel.

R: Graag gedaan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.